De zes implementatiestappen
Het implementatieproces van duurzaam assetmanagement bestaat uit zes stappen.
1. Bewustwording: waarom duurzaam assetmanagement?
Wat is Duurzaamheid? Wat is Assetmanagement? Wat hebben ze gemeen en waar zit de synergie?
In deze eerste stap worden de betrokkenen bij het implementatietraject meegenomen in een gedeelde taal en toets voor duurzaamheid, de principes van assetmanagement en hoe je de eisen die je aan je assets stelt, kunt laten aansluiten bij duurzaamheidsdoelstellingen. Dit geeft een gedeelde taal, een helder toetsingskader en een gezamenlijk vertrekpunt voor het implementeren van duurzaam assetmanagement in de organisatie. |
2. Baseline analyse: waar staan we?
Deze stap biedt inzicht in de huidige situatie en vormt het vetrekpunt voor het implementatieproces van duurzaam assetmanagement. In de basisanalyse wordt bepaald wat de organisatie al goed doet op het gebied van duurzaamheid en assetmanagement en wat er moet worden verbeterd. Wat is het huidige areaal, wat zijn de prestaties, risico’s en Life Cycle Cost (LCC) van de assets? Daarnaast identificeren we duurzaamheidskillers: dit zijn performance killers (negatieve impacts) ten aanzien van duurzaamheid.
Deze analyse maakt de gap (kloof) tussen de bestaande en de gewenste situatie inzichtelijk. Ook vormt het de basis om duurzaamheid integraal op te nemen in de asset requirements en gerichte innovaties om negatieve impacts te elimineren. In deze fase komen al snel mogelijkheden naar voren om eerste resultaten te behalen. |
3. Visievorming: waar willen we naartoe?
Een heldere visie op assetmanagement, duurzaamheid en de synergie daartussen is van groot belang om heldere resultaten te bereiken. Wat is ons bestaansrecht in een duurzame samenleving? Hoe functioneert onze organisatie en ons assetportfolio wanneer we geen enkele negatieve impact meer hebben op de aarde? Wat gaan we daarvoor doen? En waar gaan we mee stoppen? We formuleren de visie als enkele krachtige, ambitieuze doelstellingen.
Een goede visie inspireert tot goede oplossingen. Heeft geeft richting en kaders om assetmanagement door te ontwikkelen om zo veel mogelijk duurzame, meervoudige waarde mee te creëren in de eigen operatie en in de keten. |
4. Strategie: hoe komen we waar we willen zijn?
In deze stap verkleinen we stap voor stap de gap tussen waar we nu staan (baseline) en waar we willen komen (visie). Wat zijn momenten in de beheer- en onderhoudscyclus waar een duurzame stap voorwaarts gemaakt kan worden? Door het beantwoorden van strategische vragen identificeren we verbeterkansen om assetmanagement (verder) te implementeren en negatieve impacts ten aanzien van duurzaamheid te elimineren. Hier is ruimte voor creativiteit: ideeën en innovaties, pilots en prototypes voor steeds duurzamer assetmanagement.
De uitkomsten van dit onderdeel vormen belangrijke input voor het Strategisch Duurzaam Asset Management Plan (SDAMP). |
5. Plannen en programmeren: wat gaan we doen?
Een SDAMP (Strategisch Duurzaam Asset Management Plan) is de vertaling van de langetermijnvisie en bijbehorende doelstellingen naar strategieën om deze te bereiken. Het bepaalt de koers vanaf het vertrekpunt richting de realisatie van de visie. Daarnaast worden hierin zaken bepaald als de gewenste prestatieniveaus, de belangrijkste risico’s, welke investeringen hiermee gemoeid zijn en welke waarde dat oplevert. Een SDAMP beslaat meestal een termijn van vijf jaar. Het Strategisch Duurzaam Asset Management Plan (SDAMP) wordt vervolgens vertaald naar programma’s en projecten en hun planning. Hieronder valt o.a. het opstellen van een meerjaren-maatregelenprogramma voor assets (onderhoud en vervanging) en de uitwerking tot ontwerpen en bestekken, het opstellen van specificaties en het voorbereiden van contracten.
|
6. Meten en verbeteren: gaat het goed of kan het beter?
Na de implementatie is het natuurlijk zaak om te monitoren of dit op de gewenste manier bijdraagt aan de doelstellingen voor duurzaam assetmanagement zoals geformuleerd in de visie. Daarvoor maken we de doelstellingen expliciet met Key Performance Indicators (KPI’s) om de voortgang te meten en om eventueel bij te sturen. Dit bijsturen gebeurt aan de hand van de Cirkel van Deming, ook bekend als plan-do-check-act (PDCA)-cyclus, een continu proces van leren en verbeteren.
|